vrijdag 19 september 2014

Koude hagel zorgt voor hete zomer bij Esdic


Specialistenwerk! (Archieffoto)

Het Pinksterweekend liet dit jaar zijn sporen na. Een spoor van vernieling, want in de nacht van 8 op 9 juni trok een verwoestende hagelstorm over onze streek. De schade aan huizen en in tuinen was groot, en tal van auto’s liepen deuken op. Ook de bijna 5000 gloednieuwe Volvo’s op de parkeerterreinen van Esdic, Volvo Car Gent en op het Mercatordok – wachtend om getransporteerd te worden – kregen het helaas zwaar te verduren.

“Aanvankelijk dachten we nog dat 85 tot 90 procent beschadigd was, maar na grondige inspectie bleek elke auto wel iets opgelopen te hebben van schade,” vertelt superintendent Geert Verwilst. “De klant verwacht een perfect afgewerkte auto, dus een beschadiging – hoe klein ook – is ontoelaatbaar. Uiteindelijk hebben we alle auto’s onder handen moeten nemen.”
Het eerste - en laatste - criterium was: kwaliteit. Het was een hele prestatie om de 5000 auto's weer in tiptop-conditie te krijgen.

Slecht nieuws, zo kort voor de vakantie. Maar ‘de een zijn dood is de ander zijn brood’, al moeten we in dit geval de uitspraak gelukkig niet zo letterlijk nemen - het bleef bij materiële schade. “Er meldden zich spontaan snel enkele buitenlandse firma’s aan, die gespecialiseerd zijn in het herstellen van auto’s door stormschade,” aldus supervisors Sofie Sannen en Rudy Bartholomieux die de herstelactie coördineerden. “Op dinsdag werd de schade vastgesteld, op donderdag en vrijdag begon de organisatie voor het herstel al vorm te krijgen.”

Er mocht zeker niet getreuzeld worden. Elke auto had al een eigenaar die op hem wachtte. En die eigenaar verwacht een auto aan topkwaliteit, binnen de afgesproken leveringstermijn.
“Voor het uitbuilwerk werkten we samen met gespecialiseerde firma’s,” vertelt Rudy. “De medewerkers van Esdic deden het voorbereidende werk: auto’s aanvoeren, rapgard verwijderen, wassen, drogen, onderdelen demonteren,… “Ongeveer 10 procent van de motorkappen, of bijna 500 stuks, was in meer of mindere mate gedeukt. Ook sierlijsten, ruiten, achterlichten,… liepen schade op,” aldus Sofie.
Voor de uitzonderlijke klus werden ook een 30-tal interimarissen aangetrokken. De collega’s van Esdic en hun interimcollega’s kregen opleiding voor het demonteren van onderdelen, en sommigen hielpen ook bij het uitdeuken.” Eén van hen is Willem Berkmoes. “Het lijkt gemakkelijk, maar je moet toch enig geduld en voorzichtigheid aan de dag leggen,” vertelt Willem. “Als je fijngevoelig tewerk gaat en het gereedschap een beetje gewoon bent, lukt het goed.”

“Een tijdrovende bezigheid,” aldus Rudy. “Alleen voor het demonteren van bepaalde onderdelen ben je soms anderhalf uur bezig. Na het uitdeuken moet alles terug op zijn plaats gemonteerd worden. Elke auto kreeg tenslotte een volledige kwaliteitsinspectie. Zo kunnen we garanderen dat elke auto in perfecte staat vertrokken is. We werkten ook met een prioriteitenlijst, zodat de uitlevering van de auto’s slechts een beperkte vertraging opliep tegenover de beloofde leveringsdatum.”
De hele organisatie is bijgesprongen. Superintendent Geert Verwilst: “Er kwam niet alleen lokale ondersteuning uit Productie, Kwaliteit, Logistiek, Outbound en DSV, maar ook de collega’s uit Torslanda en de Zweedse Kwaliteitsorganisatie hebben ons de voorbije maanden bijgestaan om de auto’s zo snel en zo goed mogelijk te herstellen. Ik wil in het bijzonder de eigen Esdic-medewerkers danken voor de grote bereidwilligheid en flexibiliteit die ze getoond hebben. Toch niet vanzelfsprekend, in een periode waarin iedereen al aan het uitkijken was naar de vakantie.”

Sofie, Rudy, Pascale Pijnaert en alle andere collega’s van Esdic zijn terug een ervaring rijker. “Dit willen we niet meer meemaken,” klinkt het unaniem. En toch was het niet de eerste keer dat de natuur te sterk was voor onze – toch wel stevige - auto’s. Zo herinnert Pascale zich nog een zandstorm van een 10-tal jaar geleden, maar dit was nu wel extreem. Pascale: “Dergelijke natuurfenomenen zullen we helaas nooit kunnen uitsluiten. Alle auto’s in een overdekte parking plaatsen of hagelnetten hangen zijn een te grote investering, vrezen we.”

Eind goed, al goed dus, maar vanzelf is het allemaal niet gegaan. Elke auto werd na de herstelling grondig gekeurd, in overleg met de Zweedse kwaliteitsstaf. "Logisch," vond Geert Verwilst. "De klant moet gewoon een perfecte auto krijgen, niet meer, niet minder. De hagelschade is verzekerd, maar dat is uiteindelijk niet het belangrijkste - onze reputatie als premium automerk mag nooit in het gedrang komen. Ik denk dat Volvo Car Gent daar met glans in geslaagd is!"


[Conny Geldhof]

maandag 1 september 2014

Reactie van Volvo Car Gent op de berichtgeving in De Tijd

Koen "Kaaiman" Meulenaere weet het anders wel: Volvo blijft in Gent!

Vorige donderdag (28 augustus 2014) had een redacteur van De Tijd een gesprek met Geert Bruyneel, directeur Supplier Quality and Logistics binnen Purchasing and Manufacturing (en voordien fabrieksmanager in Gent). Als communicatiemanager was ik aanwezig bij het gesprek dat plaatsvond in Gotenburg. Het was een 'evenwichtig' gesprek, waarin Geert Bruyneel zijn waardering (en die van het Volvo-management) uitsprak voor de vooruitgang van de fabriek in Gent. Competitiviteit, zo zei hij, hangt af van twee factoren - hoe goed we intern werken aan kwaliteit en efficiëntie; en ten tweede, de externe factoren, zoals de loonkosten. 
Geert Bruyneel zei wat we in Gent al lang zeggen: we moeten goed zijn in alles wat we doen, we moeten constant beter zijn. En momenteel is dat nog altijd onze mentaliteit, ook onder de leiding van Eric Van Landeghem, de huidige fabrieksmanager in Gent.

Over de loonkostenhandicap hebben we beiden gezegd: Volvo Gent vindt dat er met de lastenverlaging van de uittredende regering een belangrijke eerste stap is gezet, maar om concurrentieel te worden is nog meer nodig. Achteraf kreeg ik van de redacteur een mail met de vraag of het klopt dat de aangekondigde maatregelen leiden tot een loonkostendaling van 40 miljoen euro. Ik heb geantwoord dat dat we geen absolute bedragen bekend maken, en dat we enkel een procentueel cijfer meegeven: min 3,5 procent tegen 2019. 

Toen ik de krant zag, was ik verbaasd dat het getal van 40 miljoen niet alleen werd vermeld, maar dat het bovendien in de mond werd gelegd van Geert Bruyneel. Dat werd nooit in het gesprek vermeld, en ik heb de stellige indruk dat de tekst van de journalist zwaar onder handen werd genomen door de eindredacteur. Zowat alles werd gebracht onder de vorm van vraag en antwoord met Geert Bruyneel; ook wat ik (als woordvoerder) zei en zaken die een interpretatie zijn van de redacteur.

Ik meen dat de lezers van De Tijd het recht hebben om te weten dat wat ze lezen, een opinie is van de redactie, of iets is wat een topmanager woordelijk heeft gezegd, tussen aanhalingstekens. Dat is geen nuanceverschil - het is een wereld van verschil.
Als De Tijd op zijn cover meldt: "Volvo Car Gent blijft te duur - Volvo-top stelt dat Gentse fabriek beter moet doen dan Zweedse" kan de lezer (en ook onze personeelsleden) dat alleen maar interpreteren als een bedreiging van het Volvo-management. Dat was nooit de teneur van het gesprek, integendeel. Bij monde van Geert Bruyneel werd gezegd dat Volvo tevreden is over Volvo Car Gent, en dat er geen plannen zijn om de activiteiten hier af te bouwen. Hier werd het voorbeeld gegeven van de insourcingsactiviteiten, waarbij Volvo Car Gent zijn sociaal passief 'verzwaart' met ongeveer 750 nieuwkomers op de payroll van Volvo Car Gent. Zoiets doe je niet als je rekening houdt met een afbouwscenario. Hetzelfde geldt voor de vele tientallen miljoenen euro die we jaar na jaar in Gent investeren.

Dat onze 5000 personeelsleden zich zorgen maken als ze De Tijd lezen, kan en mag de bekommernis van de krant niet zijn, maar ik vind wel dat de lezers recht hebben op correcte informatie zonder insinuaties of onrechtmatige citaten. 

Wat gebeurt er eigenlijk met die 1.200 wagens die dagelijks de fabriek verlaten?


Elke wagen krijgt een uniek adreslabel, met daarop onder andere de volgende bestemming en de definitieve bestemming (adres van de autodealer in een bepaald land). Deze wagen bijvoorbeeld, gaat via de parking van VCG naar de Car Distribution Yard (CDY) aan het Mercatordok om uiteindelijk met de vrachtwagen naar Vercelli, Italië, getransporteerd te worden. De wagen komt finaal bij de lokale autodealer terecht, om zo de klant te bereiken.

(Door JOCHEN VEYS) Elke minuut rolt een wagen van de band. Voor velen het eindstation, maar voor Outbound Logistics (distributie van afgewerkte wagens) het begin van een uitdagend proces om de wagens snel en correct naar verwachtingsvolle klanten uit alle uithoeken van de wereld te transporteren. Wat gebeurt er eigenlijk met die 1.200 wagens die dagelijks de fabriek verlaten? Volg de flow aan de hand van onderstaande fotoreportage.
Maar eerst even terug naar het begin. Nadat de wagen grondig gecontroleerd is op de productielijn in GC, krijgt die een plaats op de parking van Gate 4 (net naast de testbaan) toegewezen. Deze parking is opgedeeld in loten van zeven of acht wagens, die bestemd zijn voor een volgende (maar nog niet definitieve!) bestemming.


Alle wagens van VCG worden op Gate 4 met Kintrans-vrachtwagens zorgvuldig opgehaald volgens onze kwaliteitsstandaard. Het is belangrijk dat de wagens tijdig opgeladen in functie van de non-stop productie.
Er zijn grofweg twee transportmogelijkheden: met de truck of met de boot. Een geladen truck lost de wagens in de haven van Gent (MMT), Zeebrugge of Antwerpen, om van daaruit verder verscheept te worden naar overzeese bestemmingen.
In het andere geval krijgen de wagens een voorlopige plaats op één van de grotere yards van VCG: CDY(Mercatordok) of Esdic (Skaldenstraat).

De capaciteit van de yards op CDY en Esdic schommelt rond de 4.500 plaatsen.
Om de kwaliteit van de wagens doorheen de distributieflow te garanderen wordt ook op de yards (Esdic / CDY) een visuele inspectie uitgevoerd door onze medewerkers. Hier worden bepaalde wagens ook meteen startklaar gemaakt (verwijderen van interne en externe bescherming, plaatsen van vloermatjes, ...) voor de uitlevering aan rentalbedrijven zoals Hertz, Avis en Europcar. Wagens die om een bepaalde reden langer op de yard blijven staan dan voorzien, krijgen hier ook een standaard onderhoud.




Vooraleer de vrachtwagenchauffeur op de yard de gevraagde auto's laadt, controleert hij deze ook nog eens via een vastgelegde procedure...

... om vervolgens de juiste wagens zorgvuldig op de truck te rijden.

Elke wagen wordt telkens stevig vastgemaakt voor transport....

En wijle weg!



Net naast de Car Distribution Yard (CDY) meert bijna dagelijks de imposante DFDS-boot aan. Deze boot is een rechtstreekse verbinding (genaamd Eurobridge) tussen de fabriek in Göteborg en Gent. Zweedse Volvo's voor de West-Europese markt worden hier gelost en vervolgens wordt de boot geladen met Gentse Volvo's voor de Scandinavische markt. Een mooi en tastbaar voorbeeld van een vruchtbare wisselwerking tussen twee Volvo-fabrieken!

Tot slot hebben we ook nog Esdic in de Skaldenstraat. Esdic kunnen we omschrijven als een 'grote garageworkshop' waar bepaalde wagens voorzien worden van bepaalde opties en accessoires. Ondanks onze hoge kwaliteitsstandaard gebeurt het wel eens dat een wagen beschadigd wordt in de flow. In dat geval is Esdic gelukkig onze steun en toeverlaat om de wagen te herstellen. Op deze foto is te zien hoe een sportspoiler voorzichtig aangebracht wordt op een S60.


Herstel en onderhoud van bedrijfswagens gebeurt eveneens op Esdic.

En zie hier de gezichten achter de operaties! Sinds Week 30 heeft VCG de Car Distribution Yard (CDY) aan het Mercatordok in eigen beheer genomen. Van hieruit worden jaarlijks gemiddeld 120.000 wagens getransporteerd voor de Europese markt. Om dat alles in goed banen te leiden is Outbound Logistics fors uitgebreid. In totaal telt het team nu 9 werknemers, die ondersteund worden door 12 Esdic-operatoren. Coach Outbound Pieterjan Landuyt: "De flexibiliteit van het team werd tijdens de overgangsfase op de proef gesteld door onvoorziene hagelbuien. Gelukkig is alles goed verlopen waardoor we nu verder kunnen gaan met de volgende fase: alle processen herbekijken en optimaliseren!"